De doorrekening van onze begroting tot 2050 biedt veel nieuwe inzichten. Allereerst laat het zien hoe onze begroting zich de komende dertig jaar ontwikkelt. Per saldo komen we ongeveer sluitend uit. Dat is goed nieuws, maar ook slecht nieuws.
Het goede nieuws is dat we de extra kosten van de groei van de stad kunnen betalen.
In dit rapport houden we rekening met veel extra kosten. Voor beheer en onderhoud geven we bijvoorbeeld in 2050 € 92 miljoen meer uit. Dat kunnen we dus betalen. Ook houden we er rekening mee dat onze voorzieningen meegroeien met het aantal inwoners.
Het slechte nieuws is dat als we ons huidige beleid voortzetten, er geen geld is voor nieuw beleid en nieuwe opgaven. De afgelopen 20 jaar gaven we gemiddeld € 2 tot 3 miljoen per jaar aan nieuw beleid uit. Als we dit ook in de toekomst willen doen, dan zullen we iets anders niet meer of minder moeten doen. Voor incidentele uitgaven zouden we gebruik kunnen maken van eenmalig geld van anderen of incidentele meevallers in onze begroting als die er zijn, bijvoorbeeld winst vanuit het grondbedrijf.
We verwachten dat onze jaarlijkse uitgaven stijgen met ruim € 400 miljoen tussen 2025 en 2050
In deze doorrekening stijgen de structurele kosten tussen 2025 en 2050 geleidelijk. In 2050 zijn de structurele kosten € 400 miljoen hoger dan in 2025.
In de tabel hieronder zijn alle structurele lasten en baten per programma opgenomen. Hierin zijn incidentele lasten en baten, bijvoorbeeld de grondexploitatie en Oosterwold, het Fonds Verstedelijking Almere en Stedelijke Vernieuwing en de Floriade niet meegenomen.
Uitgavengroei per raadsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
| ||||||||||||
Programma | 2025 | 2030 | 2035 | 2040 | 2045 | 2050 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | |
1. Bestuur, inwoners en economie | 22 | 3 | 23 | 3 | 24 | 3 | 24 | 3 | 25 | 4 | 25 | 4 |
2. Duurzaam, leefbaar en bereikbaar | 141 | 95 | 169 | 104 | 190 | 113 | 203 | 119 | 221 | 125 | 238 | 130 |
3. Ruimte en wonen | 27 | 22 | 28 | 22 | 29 | 22 | 30 | 22 | 32 | 22 | 33 | 22 |
4. Zorg en welzijn | 230 | 71 | 257 | 72 | 292 | 73 | 325 | 74 | 360 | 75 | 396 | 76 |
5. Werk en inkomensondersteuning en inclusiviteit | 150 | 115 | 165 | 127 | 180 | 138 | 192 | 147 | 204 | 156 | 215 | 165 |
6. Onderwijs, sport en cultuur | 97 | 31 | 107 | 32 | 114 | 33 | 122 | 34 | 131 | 34 | 137 | 35 |
7. Veiligheid | 22 | 1 | 24 | 1 | 26 | 1 | 27 | 1 | 29 | 1 | 30 | 1 |
8. Bedrijfsvoering | 71 | 1 | 81 | 1 | 87 | 1 | 91 | 1 | 95 | 1 | 98 | 1 |
9. Financiën | 35 | 460 | 34 | 520 | 33 | 583 | 33 | 642 | 34 | 704 | 36 | 770 |
totaal | 796 | 799 | 888 | 883 | 975 | 968 | 1.049 | 1.044 | 1.131 | 1.122 | 1.209 | 1.204 |
Te zien is dat we veel extra kosten verwachten voor Zorg en Welzijn. Hieronder vallen de jeugdhulp en de Wmo, maar ook bijvoorbeeld volksgezondheid en welzijn. Ook verwachten we dat de kosten van het programma duurzaam, leefbaar en bereikbaar fors stijgen. Hieronder valt bijvoorbeeld het beheer van de stad, de afvalinzameling en de kosten voor de riolering. Ook verwachten we een stijging van de kosten en inkomsten voor de inkomensondersteuning en armoede (programma 5). Tot slot verwachten we dat de kosten voor onderwijshuisvesting (programma 6) fors toenemen door de bouw van nieuwe scholen en de vervanging van oude scholen.