In onze schattingen gaan we er vanuit dat we de bovengrondse parkeergarages en de parkeerterreinen in het stadscentrum gaan vervangen voor ondergrondse parkeergarages. Parkeren onder de grond is duurder. Maar in het stadscentrum is dit bijna niet te vermijden. Daarnaast houden we ook rekening met renovatie van de overige garages. We hebben uitgerekend wat het effect van de renovatie en vervanging van parkeerterreinen en -garages is. Hierdoor daalt het resultaat van de parkeerexploitatie jaarlijks met € 2,5 miljoen. Hoe dit zich werkelijk zal ontwikkelen is van veel factoren afhankelijk. Denk hierbij aan hoe we het stadscentrum verder ontwikkelen, de economische ontwikkelingen (autobezit), maar ook het mobiliteitsbeleid (inzet op andere vervoersmiddelen).

Voor het doorrekenen van de parkeerexploitatie hebben we verder de volgende uitgangspunten gebruikt:

• We gaan uit van de huidige parkeertarieven, bouwkosten en rente.
• We gaan ervan uit dat de inkomsten nog 10 jaar lang groeien met 1,5% per jaar, doordat het aantal bezoekers in de stad toeneemt.
• De bovengrondse garages en terreinen vervangen wij op het moment dat op die plek bebouwd gaat worden. Er komen dan extra bewoners en bezoekers bij. In dat geval verwachten wij dat de inkomsten voor kort parkeren (bezoekers) met 5% toenemen en dat het aantal bewonersabonnementen met 50% (Stad) en 25% (Buiten) zal toenemen.
• We verwachten geen extra inkomsten bij garages die we renoveren.
• Er zijn plannen om een groot aantal woningen te bouwen in het centrum. We gaan ervan uit dat het realiseren van extra parkeerplekken voor bewoners voor rekening van de ontwikkelaar komt. Dit zal leiden tot een lagere grondprijs. De ontwikkelaar zal de kosten immers willen terugverdienen en daardoor minder voor de grond willen betalen (residuele grondwaarde). We hanteren de aanname dat er desondanks een tenminste kostendekkende grondexploitatie mogelijk is. Als dat niet zo is zullen we op zoek gaan naar extra incidenteel geld.
• We gaan ervan uit dat er geen extra parkeerplekken voor bezoekers (kort parkeren) nodig zijn. Nog niet alle parkeercapaciteit is benut. Wij kunnen dus nog een deel van de groei opvangen. Als de maximale capaciteit is bereikt kan op dat moment besloten worden garages bij te bouwen. We gaan er vanuit dat dit kostenneutraal kan. Dit betekent dat het niet meer kost dan we er uiteindelijk voor ontvangen. We houden in onze schatting wel al rekening met een uitbreiding van 500 elektrische laadpalen en 1.000 extra fietsplekken (in de bestaande stallingen/garages).

We hebben gekeken welke nieuwe scholen er tot 2035 nodig zijn. We hebben ook gekeken welke bestaande scholen toe zijn aan renovatie of vervanging. Dat zijn de scholen die in de tabel hieronder staan. Voor de jaren 2035 tot 2050 is met vaste normen gerekend, op basis van de ouderdom van de schoolgebouwen en de verwachte groei van de stad.

We hebben een grote investeringsopgave bij de schoolgebouwen. We hebben meer scholen nodig, omdat de stad groeit. Hiervoor verwachten we tot 2050 € 143 miljoen te investeren. In de vervanging van bestaande scholen denken we € 722 miljoen te gaan investeren. Dit blijkt uit het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Dit plan hebben we in 2021 aangeboden aan de gemeenteraad en brengt de opgave voor de komende jaren in beeld. Er zijn hierin nog keuzes te maken (bijvoorbeeld renovatie in plaats van vervanging) en er wordt nog gekeken naar andere financieringsbronnen. Maar tot dat moment rekenen we met de uitkomsten van het IHP (vervangingsscenario).

Integraal huisvestingsplan (bedragen x € 1 miljoen)

Verder verwachten we ook investeringen in:

• Sportvoorzieningen (hiervoor hebben we gebruik gemaakt van normen van het Mulier instituut)
• Buurt- en jongerencentra
• Stadhuis
• Bibliotheken
• Brandweerkazernes
• Cultuurgebouwen

Voor een toelichting op deze investeringen verwijzen we naar de website .