We gaan ervan uit dat de huidige formatie voldoende is voor het huidige takenpakket
Personeel is een belangrijke kostenpost van onze begroting. We ramen in de begroting 2022 jaarlijks ongeveer € 164 miljoen aan personeelskosten en inhuur. Dit noemen we apparaatskosten. Sommige afdelingen geven aan dat ze te weinig formatie hebben om de schaalsprong te kunnen maken. Dit hebben we hier niet onderzocht. In dit project rekenen we alleen uit wat het kost als de benodigde formatie meegroeit met de stad.
We splitsen het personeel in drie verschillende categorieën
Om tot goede berekeningen te komen voor het personeel en overhead hebben we gekeken naar de verschillende functies die we hebben. We hebben dit gedaan met behulp van de definities en uitgangspunten van het Berenschot onderzoek dat wij in 2020 hebben uitgevoerd naar de formatie.
We hebben hierbij de volgende categorieën en definities gehanteerd:
Beleid : dit is personeel dat zich bezighoudt met het maken van beleid en geven van advies
Uitvoering : personeel dat zich direct bezighoudt met de uitvoering van bepaalde taken. Dit is bijvoorbeeld het Klant contact centrum (KCC), het werk aan de balies voor bijvoorbeeld de uitgifte van paspoorten, afvalinzameling en toezicht en handhaving.
Overhead : personeel dat het primaire proces ondersteunt. Zij ondersteunen de afdelingen in het primaire proces bij de uitvoering van hun taken. Dit zijn bijvoorbeeld de afdeling voor ICT, financiën en personeel (HRM). In deze categorie vallen ook alle leidinggevenden van de afdelingen in het primaire proces.
De grafiek laat zien hoeveel fte’s we nu hebben bij elke categorie.
Formatie
in formatieplaatsen
We hebben per categorie bepaald hoe hard deze meegroeien
Per categorie personeel passen we verschillende groeipercentages toe.
Uitvoeringsfuncties zijn direct gerelateerd aan de groei van de stad. Als de stad groeit, hebben medewerkers van het KCC meer contacten met bedrijven en inwoners. We laten de uitvoering daarom voor 100% meegroeien met de stad.
Er zijn op dit moment geen normen hoe we de groei van de beleidsfuncties zouden kunnen berekenen. Beleidsfuncties groeien niet één op één mee met de groei van de stad. Maar als de stad twee keer zo groot is geworden, hebben we wel meer beleidsmedewerkers nodig. De waarheid zal dus ergens in het midden liggen. We doen daarom de aanname dat de formatie voor 50% meegroeit.
Overheadfuncties die het primair proces ondersteunen hoeven in principe niet automatisch mee te groeien met de stad. We hebben de overheadfuncties daarom opgesplitst in taken die meer uitvoerend zijn en taken die meer beleidsmatig zijn. De uitvoerende overhead is wel gevoelig voor de groei van de stad. We hebben dit per post bekeken. Gemiddeld groeit de overhead dan voor 40% mee met de stad.
Hier staat tegenover dat de gemeente inmiddels meer dan 200.000 inwoners heeft. De ervaring leert dat heel grote gemeenten relatief veel kosten kwijt zijn aan coördinatie. Doordoor stijgen de kosten van overhead bij de G4 gemeenten sneller dan de kosten van 200.000 – gemeenten. Nu Almere opschuift naar een stad van 350.000 inwoners, verwachten we dat dit probleem zich ook bij ons gaat voordoen. Daarom hebben we er in de doorrekening uiteindelijk voor gekozen om de overhead voor 100% mee te laten groeien met de groei van de stad. Dit leidt tot een extra kostenstijging van € 14 miljoen per jaar.
De personeelskosten nemen met tot 2050 bijna € 30 miljoen toe
De stad groeit met 26% tot 2050. Dit leidt tot de volgende toename in formatie tot 2050:
- Beleid: groeit met € 3,5 miljoen. Dit is een groei van 10%.
- Uitvoering: groeit met € 20,6 miljoen. Dit is een groei van 30%. Sommige taken groeien sneller dan het aantal inwoners.
- Overhead: stijgt met € 20 miljoen. Dit is een groei van ongeveer 37%.
We kunnen ook voor andere rekenregels voor beleid en overhead kiezen. Als we beleid 100% laten meegroeien kost dit € 7,0 miljoen in 2050 in plaats van € 3,5 miljoen. Als de overhead voor 40% meegroeit kost dat € 15 miljoen minder.
De noodzakelijke groei van de organisatie is één van de onderwerpen die we nog verder moeten uitzoeken. We hebben dit als nog uit te werken opgave opgenomen in bijlage 6.1.